top of page
Zoeken
Merel Duhamel

Stage in de Baby Class (1)

De voorbereiding

Ik speelde al enkele spelletjes met de kinderen tijdens de eerste twee weken, maar de echte stage startte vanaf week 3. In samenspraak met mijn mentor werd de planning opgemaakt. Tijdens week drie zou ik numbers en drawing geven. Ik vroeg haar welke onderwerpen ik mocht geven en ging in het weekend aan de slag om voorbereidingen te maken.

De voorbereidingen zagen er iets anders uit dan de variant die ik gewoon ben, maar eigenlijk was de inhoud niet zo verschillend. Het grootste verschil was dat ik ze in het Engels moest schrijven, gelukkig was ik het al gewoon om bijna constant Engels te spreken dus de klik naar het schrijven was snel gemaakt.

(ICOM 1.1 een tekst schrijven in een andere taal)



Het leerplan

Net zoals we in België met Zill werken, wordt hier ook een curriculum gehanteerd. Met de komende stageweken in het vooruitzicht en omdat ik graag eens wilde vergelijken, had ik mijn mentor gevraagd of ze het leerplan eens kon meebrengen. Omgekeerd was mijn mentor ook erg geïnteresseerd in ‘ons’ leerplan. Ik bracht het Zill-leerplan dan ook eens mee naar school. Teacher P. vond de vormgeving erg mooi en merkte ook op dat er gelijkenissen in zitten. Ze vroeg me ook of we het Oegandees leerplan eens met Zill konden vergelijken. Zo gezegd, zo gedaan. We kwamen tot de conclusie dat beide leerplannen vrij gelijklopend zijn, er zijn natuurlijk wel verschillen, maar de grote lijnen zijn vrij gelijklopend.

(ICOM 1.4 een tekst geschreven in een andere taal begrijpen)


Net als in Zill heb je bijvoorbeeld een apart onderdeel voor wiskunde en taal. Een van de verschillen die we vonden is dat het onderdeel ‘gezonde en veilige levensstijl’ in Oeganda niet op het niveau van een ontwikkelthema staat zoals bij ons, maar wel op het niveau van een ontwikkelveld (learning area).


Ook in het Oegandees curriculum wordt gewerkt met ‘onderverdelingen’. Het leerplan bestaat uit verschillende Learning area’s, dit wordt op zijn beurt opgesplitst in Learning outcomes. Je zou kunnen stellen dat dit overeenkomt met de verschillende ontwikkelvelden en -thema’s in zill. De verschillende Learning outcomes worden onderverdeeld volgens leeftijd (3-4, 4-5 en 5-6 jaar). Daarnaast vind je er per leeftijd de competences (competenties) en content ((voorgestelde) activiteiten) terug. Terwijl we bezig waren werd er een snelle schets gemaakt van de onderverdeling, zo werd het visueel ook duidelijk.


Omdat ik het een verrijking vindt eens een ander leerplan te hanteren, en ik samen met mijn mentor een goed gesprek had over beide leerplannen besloot ik het Oegandese curriculum te hanteren.


(ICOM 4.5 andere perspectieven onderzoeken) & (ICOM 2.4 culturele ontvankelijkheid)



Week 3

Op maandag vroeg mijn mentor mij ineens of ik het zag zitten om de morning circle en goodbye circle ook te geven. Dit kwam vrij onverwacht, gelukkig had ik enkele extra activiteiten (spelletjes/tussendoortjes) voorzien waardoor ik mij flexibel kon opstellen en dit erbij kon nemen. Het was mij tijdens de observaties namelijk al opgevallen dat er vrij flexibel werd omgegaan met de planning. (ICOM 4.4 zich flexibel opstellen)


Numbers; dopjes sorteren op kleur

Daarnaast mocht ik natuurlijk ook numbers geven. Mijn mentor had gevraagd of ik iets wilde doen rond sorteren. Daarom maakte ik een activiteit waarbij de kinderen dopjes (van PET-flessen) moesten sorteren aan de hand van een kleurenkaart. De kinderen kregen een kaart met twee kleuren, daarnaast kregen ze ook dopjes in diezelfde kleuren. Het was de bedoeling dat de kinderen de dopjes op dezelfde kleur legden. Na een klassikale inleiding plaatste ik de kinderen per twee aan een bank. Ik plaatste hen zo dat er telkens een sterke kleuter bij een iets minder sterke kleuter zat. Zo konden ze elkaar helpen. Toch had ik het gevoel dat dit erg moeizaam ging. Ik moest op 5 plaatsen tegelijk zijn en sommige kinderen begrepen de opdracht niet. Daarom besloot ik om even te reorganiseren. De kinderen die het begrepen gaf ik individueel een kaart en dopjes zodat ze zelfstandig aan de slag konden. Bij de kinderen die het nog niet volledig snapten, legde ik het nog eens opnieuw uit en hielp ik hen tot ik zag dat ze het vast hadden. Uiteindelijk hadden alle kinderen het door en lukte het zelfs om de kaarten eens door te geven zodat iedereen verschillende opdrachten kon doen.


Na de les vroeg ik aan teacher P. wat ze ervan vond. Ze was erg positief en zei dat ik heel goed voorbereid was. Ze vroeg me ook of ik met hen in de boekjes kon werken, dit is iets wat ze hier meestal doen. De opdracht wordt dan in de boekjes geschreven en de kinderen maken die dan. Omdat ik niet volledig op papier wilde werken, het toch wat concreet wilde houden, besloot ik om na de activiteit nog een kleine opdracht zou geven in hun schrift die hierbij aansloot. (ICOM 2.4 culturele ontvankelijkheid)


Met de feedback in mijn achterhoofd paste ik de activiteiten voor de volgende dagen aan zodat er toch telkens iets in het schrift gedaan werd. Zo werd de activiteit waarbij 2 dezelfde vormen moesten gezocht worden aangepast zodat er ook een verbindingsoefening in het schrift gemaakt werd. Dit verliep echter niet bij iedereen even vlot. Ik sprak daarom af met mijn mentor dat ik tijdens het vrij spelen de volgende dag, deze kinderen even apart zou nemen om de oefening te herhalen. Iets wat achteraf duidelijk loonde want H. kwam mij spontaan 2 dezelfde auto’s tonen.



Deze week werd de creativiteit van de kleuters ook op verschillende manieren geprikkeld! Er werd gekleurd en geschilderd. Als er gekleurd werd, kregen de kinderen elk 1 kleurtje. Daarom wilde ik eens proberen hen meerdere kleurtjes aan te bieden. Ik begon met 3 kleurtjes per kind. Achteraf gezien was dat te veel, de kinderen kozen één kleur en hielden de andere gewoon in hun hand. Ik ging tijdens het kleuren bij de kinderen langs en toonde hen dat ze meerdere kleuren mochten gebruiken. Sommigen gebruikten twee verschillende, anderen hielden het nog steeds bij een. Daarom besloot ik het aantal verschillende kleuren op te bouwen, ik begon (opnieuw) met twee en eindigde met vier. Naar het einde (van de stage) toe, wisselden de kinderen zelfs onderling. Iets waar ik heel blij mee was want dit bewees voor mij dat het goed was om opnieuw te beginnen en dit rustig op te bouwen.


Naast kleuren werd er deze week ook geschilderd. Het ging vooral om experimenteren met waterverf. Dat de samenwerking met mijn mentor steeds beter ging was hier zeker duidelijk. Terwijl ik de schildertafel begeleidde, speelde teacher P. met de andere kinderen. (ICOM 2.6 culturele relationele competentie)


Tegen het einde van de week hing het bord vol kleurrijke kunstwerkjes van de kleuters!

47 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

תגובות


bottom of page