top of page
Zoeken
Merel Duhamel

Stage in de Baby Class (2)

Elmer – The Patchwork Elephant

Week 4 startte een beetje anders dan anders. Om 8u30 verzamelden de kinderen van de baby class en middle class voor … een verhaal. En niet zomaar een verhaal, het verhaal werd verteld aan de hand van de beamer. Dit gebeurde in het kader van mijn project. Alles werd in gereedheid gebracht voor het verhaal. Ik kon hierbij op de hulp van J.B. en M. rekenen, ze boden spontaan aan om te helpen, iets waar ik hen heel dankbaar voor was, want zo’n projectiescherm alleen opzetten gaat nogal moeilijk. Het opzetten op zich kon al op veel bijval van de kinderen rekenen. Al die kabels en apparaten … geduldig verwoordde ik alles wat ik deed, daarna plaatste ik hen bij de kinderen van de middle class (die intussen de banken gedraaid hadden) zodat ze het verhaal goed zouden zien.



De prenten werden geprojecteerd, Elmer -want daarover ging het verhaal- werd direct herkend (‘elephant’). De kinderen waren erg enthousiast. Het verhaal was voor de baby class misschien nog iets te moeilijk, deze kinderen begrijpen nog niet veel Engels en Elmer is ook best wel een lang verhaal. Ze begrepen dat het over een olifant ging, en dat die anders was dan de andere olifanten, maar de boodschap van het verhaal hadden ze nog niet mee. Wanneer ik, later die week, het verhaal in de klas gewoon op de computer nog eens herhaalde (vereenvoudigd) begrepen de sterkere kinderen goed waarover het ging.

De kinderen van de middle class waren helemaal mee, tijdens de nabespreking waren het deze kinderen die op de meeste vragen konden antwoorden.



Een van de verwerkingsopdrachten bij het verhaal was Elmer weer kleur geven, hij was namelijk helemaal wit. Voorafgaand bespraken we Elmer, want dat is geen gewone olifant. Dit ging iets moeilijker dan gedacht, ook omdat de kinderen nog niet alle kleuren kenden en sommigen ook nog niet veel Engels begrijpen. Gelukkig kan ik dan vragen aan teacher P. of ze kort even wil vertalen. Iets waar ik toch heel blij om ben, want dan ben ik zeker dat alle kinderen begrijpen wat ik zeg.


Anders dan in België moest ik de tekeningen zelf maken in plaats van snel even printen. Hier was ik wel even zoet mee (gelukkig was hier in het weekend genoeg tijd voor).

Aan de slag dus met onze witte Elmer. Omdat Elmer ook wel een Regenboogolifant wordt genoemd, leek het mij de ideale opdracht om het gebruik van meerdere kleuren te stimuleren bij de kinderen. De meeste weten intussen goed dat ze meerdere kleuren mogen gebruiken. Wanneer ik hen bijvoorbeeld twee dezelfde kleuren gaf, kreeg ik die even later terug.

De weekkalender

De morning circle kreeg deze week ook een extra element: een weekkalender. Mijn mentor vroeg mij hoe we in België de dagen van de week aanbrengen, ik legde uit dat we een kalender gebruiken en toonde haar foto’s van kalenders die ik op stage al gebruikte. Ze was erg enthousiast en vroeg of ik ook zoiets kon maken voor haar klas, ze had echter één bedenking, de week start in Oeganda namelijk op zondag en niet op maandag zoals in België. Ik vertelde haar dat dat aangepast kan worden.

Nu heb ik wel het geluk dat ik graag creatief bezig ben, dus ging ik die avond aan de slag.



Ondanks dat ik altijd 101 ideeën heb, moest ik nu veel meer nadenken over de praktische kant, ik kon hier dan ook geen knutselkast opentrekken en daar lukraak wat materiaal uithalen. Daarom begon ik met een brainstorm over hoe ik -met materialen die gratis & makkelijk te vinden waren- een kalender kon maken. (ICOM 4.3 Zelfvertrouwen hebben)

Uiteindelijk kwam ik uit bij stenen die ik zou beschilderen. Elke dag kreeg een kleur en een tekening. Bij de jongsten (in België) worden de dagen namelijk eerst benoemd met een kleur. Daarnaast werd elke steen ook voorzien van een tekening, elk voorwerp begint met dezelfde letter(s) als de betreffende dag.



In de omgeving van het hotel vond ik genoeg stenen, voorbijgangers stelden daarbij spontaan voor om te helpen, dat is trouwens iets wat ik echt geweldig vind aan Oegandezen; de behulpzaamheid en vriendelijkheid, iets wat ik zeker wil meenemen naar België. Maar goed, dat even terzijde, ik ging dus aan de slag met de stenen en zo ontstond een weekkalender. Toch wel trots nam ik die de volgende dag mee naar school. De leerkracht was erg enthousiast en wanneer we de morning circle deden, werden de stenen er meteen bij gehaald.

Naar mate de week vorderde raakten de kinderen steeds meer vertrouwd met de kleuren (en dus ook de dagen). Zo vergat ik op woensdag ineens welke kleur dat was, gelukkig konden R, A, M en F mij helpen en zat er ineens ook wat humor verwerkt in de morning circle.

Co-teaching tijdens de morning circle

De samenwerking verliep in het begin nogal stroef, de taalbarrière die de communicatie bemoeilijkte zat daar volgens mij zeker voor iets tussen. Intussen verloopt dit (meestal) echt super! Woensdag was daar het perfecte voorbeeld van. (ICOM 2.6 Culturele relationele competentie & 4.2 Samenwerken en netwerken)

Die dag waren er namelijk twee nieuwe kinderen, B en J, een tweeling. Toen hun mama de klas verliet waren ze ontroostbaar, ook S en S hadden het die morgen erg moeilijk. Omdat het erg moeilijk is om tegelijk de morning circle te doen en te zorgen voor 4 huilende kleuters stelde ik voor om hen even apart te nemen. (ICOM 4.3 Zelfvertrouwen hebben)

Ik probeerde hen te troosten en wanneer dat wat gelukt was, las ik hen het verhaal van de Kleine Mol voor. Dat verhaal zou later die dag nog aan bod komen, maar omdat ik niet wist hoeveel de nieuwe kinderen begrepen en omdat S en S niet zo sterk zijn op vlak van taal besloot ik het verhaal al eens te lezen (pré-teaching). Aanvankelijk was er weinig interesse, het verdriet was nog te groot. Maar naar het einde toe was de interesse gewekt en waren de kleuters enorm betrokken, S kwam zelfs tot verwoording (in Luganda) en de jongens duidden alles wat ze maar zagen aan.


Over een kleine mol die wilde weten wie er op zijn kop gepoept had

Wanneer ik het verhaal dan voor de hele klas vertelde, merkte je duidelijk dat B, J, S en S het verhaal herkenden. Net als zij deze morgen, waren ook de andere kleuters heel enthousiast. De interesses van 3-jarigen in Oeganda komen op dat vlak goed overeen met die van 3-jarigen in België. Ik vond het wel jammer dat mijn leerkracht niet in de klas was tijdens deze activiteit, want die ging enorm goed. Op het einde kwam ze de klas binnen, maar ze had het verhaal niet meer gevolgd, toen ik haar vertelde over het verhaal en de activiteit begon ze wel te lachen en vroeg ze of ik het deze week nog eens kon vertellen, iets waar ik enthousiast mee instemde. (ICOM 4.1 Zelfstandig functioneren)


Feedback

Iets waar ik het moeilijk mee heb, is het feit dat ik weinig/geen feedback krijg. Bij de start van de dag en na elke gegeven activiteit vraag ik mijn mentor of ze wat feedback kan geven of opschrijven in mijn stageschrift. Meestal krijg ik echter geen feedback, persoonlijk denk ik dat dit wat te maken heeft met het feit dat ze hier niet gewoon zijn om feedback te geven aan iemand persoonlijk. Dit is iets wat me tijdens de observaties al was opgevallen: het accent ligt naar mijns inziens meer op de groep dan op individuele kinderen. Ondanks dat ik dit moeilijk vind, zocht ik er wel een oplossing voor; ik reflecteer op het einde van de dag uitgebreid over de activiteiten die ik gaf. Ik kijk hierbij naar hoe de activiteit in het algemeen ging, maar ook hoe ik dingen die fout gingen in het vervolg kan voorkomen, hoe ik de kinderen individueel kan begeleiden en hoe ik (bij een vervolgactiviteit) (meer) kan inspelen op het niveau van de kinderen als individu. (ICOM 2.3 Culturele veerkracht)



Week 4 in Nkumba zit er alweer op, volgende week is mijn laatste week in deze school, omdat het de laatste week is en ik de gebruiken en gewoontes nu al goed ken, heb ik gevraagd of ik volgende week nog meer lessen mag overnemen. (ICOM 4.3 Zelfvertrouwen hebben) Meer hierover later!

79 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page